Jaarstukken 2018

04 SOCIAAL DOMEIN

Analyse

Tabel: PF..02 Analyse verschillen programma

Analyse verschillen programma

Lasten

Baten

04 SOCIAAL DOMEIN

-9.845

673

1 BASISINFRASTRUCTUUR

690

-63

2 AMBULANTE ZORG EN ONDST INCL WIJKTEAMS

80

-118

3 SPECIALISTISCHE ZORG EN ONDERSTEUNING

-9.397

37

4 BESCHERMING EN VEILIGHEID

-2.231

461

5 WERK EN INKOMEN

1.013

482

9 TOEVOEGING / ONTTREKKING AAN RESERVE

0

-125

Toelichting op de belangrijkste afwijkingen

Lasten

Baten

I / S

1 BASISINFRASTRUCTUUR

01. Zoals gemeld in de zomerrapportage betreft dit een afwikkeling/terugvordering van een subsidie uit 2016 van een instelling die gestopt is met haar gesubsidieerde activiteiten en afwijkingen bij overige kleine subsidies voor scouting en speeltuinwerk.

145

I

02. Zoals gemeld in de zomerrapportage is het realisatieplan ter ondersteuning van mantelzorgers dit jaar niet volledig uitgevoerd in verband met herstructurering van het beleid en daling van het aantal aanvragen. Hierdoor is het budget niet geheel  besteed.

344

I

03. Wij stellen voor € 26.000 over te hevelen naar 2019 voor het landelijk project versterken  Sociale Basis.  Het project loopt nog door in 2019.

Wij stellen voor € 80.000 over te hevelen naar 2019 voor de Cliëntondersteuning, het project begint in 2019.
Wij stellen voor € 120.000  over de hevelen naar 2019 voor Impuls weerbaar bestuur, de projecten starten begin 2019.
“Deze gelden staan als baat verantwoord in programma 12 bij de Algemene Uitkering”. Deze gelden zijn pas in de 2e heflt van 2018 van het Rijk ontvangen.

I

04. Op diverse begrotingsposten vrijwilligersbeleid/mantelzorgbeleid/wijk en buurtwerk etc.  zijn incidenteel bedragen niet uitgegeven. Dit komt voornamelijk doordat er op veel terreinen nieuw beleid is/wordt gemaakt. Deze bedragen zullen in 2019 incidenteel worden ingezet voor o.a. de wijkteams (besluitnummer #5895133 ).

192

I

05. Er is op het jongerenwerk € 143.000 aan inkomsten op het jongerenwerk niet verantwoord op programma 4. Het betreft een taakmutatie voor combinatiefunctionarissen/buurtsportcoaches. Het budget hiervoor staat op programma 5 Onderwijs.

-143

I

06. Dit betreft niet begrote inkomsten verwijsindex van de Regiogemeenten.

36

I

2 AMBULANTE ZORG EN ONDST INCL WIJKTEAMS

01. Zoals gemeld in de zomerrapportage is bij diverse Jeugdgezondheidszorglocaties van de GGDrU een uitbreiding, verbouwing of afstoting van gebouwen aan de orde. Dit is noodzakelijk om te voldoen aan geldende kwaliteits- en veiligheidseisen. De verwachte extra kosten bedragen voor 2018 circa € 135.000. De verbouwing heeft echter niet in 2018 plaatsgevonden en zal  derhalve in 2019 gaan plaatsvinden.

I

02. Dit nadeel betreft de lasten kinderopvang van € 23.000 en verhoogde Asielinstroom € 75.000. Dit nadeel wordt volledig gedekt door de extra inkomsten vanuit het Rijk. Deze gelden staan als baat verantwoord in programma 12 bij de Algemene Uitkering.

-98

I

03. In de begroting 2018 is abusievelijk een baat geraamd voor de GIDS-gelden (Gezond in de Stad), deze gelden zijn dubbel geraamd. Zie ook onderstaand punt.

-190

I

04. In de begroting 2018 zijn de lasten voor de  GIDS-gelden (Gezond in de Stad) dubbel geraamd, zie ook toelichting bij de baten.

190

I

3 SPECIALISTISCHE ZORG EN ONDERSTEUNING

01. In de zomerrapportage is er een nadeel van de lasten voor ambulante  jeugdhulp van  € 2,7 miljoen gemeld. Dit nadeel heeft een drietal oorzaken:
-   Stijging van de lasten van de ambulante begeleiding. Deze lasten zijn na de zomerrapportage (€ 1,2 miljoen) verder opgelopen naar € 1,5 miljoen, met als oorzaken een stijging van zowel het aantal cliënten als de intensiteit van de begeleiding per week.
-   Stijging van het nadeel bij ambulante behandeling jeugd, van € 0,7 miljoen bij de zomerrapportage naar € 0,9 miljoen.
-   Een minder groot nadeel bij ambulante behandeling opvoed- en opgroei hulp dan eerder verwacht.  Het nadeel komt uit op € 0,3 miljoen.

Het nadeel zoals gemeld in de zomerrapportage blijft per saldo gelijk en komt totaal uit op € 2,7 miljoen.
De toename van het aantal cliënten en de vraag naar behandeling komt onder andere voort uit het niet tijdig in kunnen stromen in de Wet langdurige zorg en langere duur van de trajecten. Een deel van dit nadeel wordt gecompenseerd door een niet begrote baat van € 1 miljoen op programma 12, algemene uitkering.

-2.733

S

02. In de zomerrapportage is een nadeel van ruim € 1,7 miljoen gemeld voor de ambulante begeleiding van volwassenen. De lasten zijn verder gestegen dan verwacht, waarmee het uiteindelijke nadeel uitkomt op € 2,0 miljoen. De oorzaken van dit nadeel zijn gelegen in de toename van het aantal cliënten, met name jong volwassenen. De intensiteit en duur van de begeleiding per week vormen mede de oorzaak van het nadeel.

-2.027

S

03. Vanaf 2017 is er een stijgende lijn te zien voor het gebruik van dagactiviteiten. Voor een deel valt dit te verklaren doordat jeugdigen:
- minder snel toegang krijgen tot de Wet langdurige zorg (Wlz);
- door ouders die hun kinderen (nog) niet willen laten instromen in de Wlz.
In 2018 zijn de lasten voor dagactiviteiten verder gestegen. De oorzaken zijn stijging van het aantal cliënten, duur van de trajecten en de lasten van de gemiddelde indicatie.

-650

S

04. Persoonsgebonden budgetten (PGB)
Wmo begeleiding: Tegen de verwachting in is het aantal cliënten met een PGB budget voor de Wmo gestegen met 15 cliënten naar 194 cliënten. Het gemiddeld afgegeven budget per cliënt nam toe met ruim € 800 tot bijna € 10.600 op jaarbasis. Ook op de uitnutting per budget verwachten we een stijging, waardoor de gemiddelde besteding per cliënt bijna € 2.000 hoger ligt dan in 2017. Bij de begroting zijn we uitgegaan van een verdere daling van het aantal PGB-cliënten. In werkelijkheid is het aantal cliënten gestegen en is het gemiddelde budget en de uitnutting daarvan toegenomen. Per saldo voor 2018 een nadeel van ongeveer € 0,7 miljoen.

Huishoudelijke hulp: Bij het opstellen van de begroting zijn we uitgegaan van een verdere daling van het aantal cliënten met een PGB Huishoudelijke hulp. In 2018 waren er ook minder cliënten (4 cliënten), maar de daling is minder sterk dan verwacht. En hoewel het gemiddelde budget gedaald is met circa € 100 is de verwachting dat de gemiddelde uitnutting van de toegekende budgetten € 100 hoger uitkomt dan in 2017. Per saldo betekent dit een klein nadeel van € 24.000 in 2018.

Jeugd: Ook voor het domein Jeugd zijn we bij het opstellen van de begroting uitgegaan van een daling van het aantal cliënten met een PGB. Voor dit domein zien we inderdaad een daling van het aantal cliënten met 5 cliënten, maar de toegekende budgetten en verwachte realisatie liggen hoger dan in 2017, respectievelijk ruim € 1.400 en bijna € 2.800 per cliënt op jaarbasis. Doordat de afname van het aantal cliënten lager is dan ingeschat, en de bestedingen toenamen komen we in 2018 uit op een nadeel van € 490.000.

In de zomerrapportage hebben we een overschrijding op de PGB's gemeld van circa € 790.000. Omdat er nog PGB's zijn afgegeven in de tweede helft van het jaar, komt de totale overschrijding op de PGB's uit op € 1,2 mln, een toename van ruim € 400.000.

-1.211

S

05. De lasten voor jeugdzorg met verblijf zijn toegenomen en vertonen een nadeel van € 1 miljoen.
Dit komt voort uit het feit dat de afbouw van residentiële jeugdzorg naar behandelgroepen in 2018 nog niet volledig heeft plaatsgevonden. Voor € 0,6 miljoen wordt het nadeel verklaard door de afspraken met de regiogemeenten over onderlinge solidariteit.

-1.058

I

06. De lasten voor specifieke vormen van specialistische zorg (landelijk transitie arrangement) vertonen in 2018 een nadeel van € 0,2 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door het nadelige effect van € 750.000 door afspraken met de regiogemeenten over onderlinge solidariteit.

-211

S

07. De lasten voor de GGZ jeugdzorg zijn gestegen als gevolg van langere trajecten. De (landelijke) trend van toenemende ggz-problematiek onder jongeren zet zich door. Het gaat bij deze toename veelal om niet beïnvloedbare factoren, zoals  de complexere samenleving en de druk op jongeren om te voldoen aan (hoge) verwachtingen. Voor € 0,12 miljoen wordt het nadeel verklaard door de afspraken met de regiogemeenten over onderlinge solidariteit. Het nadeel op de GGZ jeugdzorg komt op ruim € 0,7 miljoen, dit is inclusief een vervoerscomponent van circa € 140.000.

-704

S

08. Door indexering van de tarieven als gevolg van een nieuwe CAO huishoudelijk hulp en door circa 3% meer cliënten zijn de lasten voor huishoudelijke hulp (HH) gestegen. Een deel van dit nadeel wordt gecompenseerd door rijksmiddelen via de extra integratie-uitkering WMO van € 222.500. De ontvangst van deze baat staat op programma 12, algemene uitkering.

-301

I

09. De lasten voor dagactiviteiten volwassenen vertonen een nadeel van  € 234.000.  De stijging valt grotendeels te verklaren doordat er meer cliënten (circa 30) langer in zorg zijn en naar verhouding meer/duurdere zorg ontvangen. De gemiddelde indicatie steeg met ruim € 400,- per cliënt ten opzichte van 2017.

-234

S

10. Eigen bijdragen
Voorgaande jaren ontvingen we structureel minder eigen bijdragen van cliënten dan in de begroting was opgenomen. Daarom is in de begroting 2018 de raming van € 2,5 miljoen naar beneden bijgesteld naar € 1 miljoen. In de zomerrapportage rapporteerden we al een voordeel van € 100.000. Het voordeel is in de tweede helft van het jaar gestegen naar € 200.000.
Op basis van de voorlopige cijfers van het CAK zien we dat er per periode gemiddeld aan 2.493 wmo-cliënten eigen bijdragen zijn opgelegd, dit ligt 39 cliënten hoger dan het gemiddelde per periode in 2017. Per cliënt is in 2018 het gemiddelde bedrag dat opgelegd wordt per periode met € 1,13 gedaald tot € 42,09, ook het gemiddelde geïnde bedrag daalde in 2018 verder. Vanaf 2019 is vanuit het Rijk de systematiek van het abonnementstarief eigen bijdragen ingegaan. In plaats van naar vermogen draagt een cliënt met zorgvoorzieningen een vast tarief van € 17,50 euro per periode af. Dit maakt dat de inkomsten uit eigen bijdragen in de begroting 2019 verder naar beneden zijn bijgesteld.

200

I

11. Voor de verhoogde asielinstroom zijn in 2018 nog lasten gemaakt. Per saldo een nadeel van € 138.000 op programma 4.
Deze lasten worden gedekt door de decentralisatie uitkering verhoogde asielinstroom (€ 138.000), een baat op programma 12 algemene uitkering.

-138

I

12. Er heeft zich een lichte toename voorgedaan op de crisiszorg Jeugd. Deze wordt vooral veroorzaakt door solidariteit met de regiogemeenten die voor Amersfoort nadelig (€ 80.000) uitpakt.

-133

S

13. Op respijtzorg jeugd is een klein nadeel van € 118.000 ontstaan.

-118

S

14. Eigen bijdragen - Regresovereenkomst VNG
Vanuit de VNG hebben we € 100.000 teruggekregen vanuit de afkoopsom verhaalrecht bij verzekeraars.

100

I

15. De afhandeling van zorg over voorgaande jaren valt voordelig uit door o.a.:
- een nabetaling voor beschikbaarheid van crisisplekken bovenregionaal (€ 450.000)
- nadeel op huishoudelijke hulp doordat de werkelijke productie over 2017 hoger is uitgevallen dan verwacht (€ 717.000)
- een voordeel op PGB's doordat de uitnutting van afgegeven budgetten lager uit viel (€ 456.000).
- een voordeel op ambulante hulpverlening volwassen door een correctie met andere zorgvormen (€ 795.000)
- uitvoeringkosten Zorgadministratie zijn lager in 2018 voordeel (€ 171.000).

255

I

17. Diverse kleine verschillen binnen het programma onderdeel tellen op tot een nadeel van € 191.000. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een nadeel op vervoer van € 83.000, nadeel op adhd- en dyslexie zorg van circa € 20.000, een nadeel op diverse juridische en specialistische adviezen van circa € 50.000 en een nadeel op wonen rollen vervoer van € 9.000.

-191

S

18. Bij de december circulaire van 2018 hebben wij voor de jaren 2018-2020 een jaarlijks bedrag van € 670.851 ontvangen voor ons regionale transformatie plan jeugd. Dit plan zal in 2019 in werking treden. Wij stellen voor ( via een overhevelingsvoorstel) dit bedrag voor het jaar 2021 voor transformatie van het sociaal domein beschikbaar te houden.

I

19. Voor innovatieprojecten is vanuit overschot jaarrekening Sociaal Domein 2015, € 1,5 miljoen beschikbaar gesteld. De meeste projecten zijn gestart in 2017 en liepen door in 2018. Echter 4 projecten voor een totaal bedrag van € 354.000  zijn nog niet afgerond en lopen door in 2019 (Innovatie IJsland, maatwerkaanpak complexe en dure huishoudens, algemene voorzieningen dagactiviteiten en onderwijs en zorgarrangementen) dit bedrag is gereserveerd in de Saldireserve en zal in 2019 worden onttrokken.

S

4 BESCHERMING EN VEILIGHEID

01. In 2018 ontstaat er een nadeel op zorg in natura Beschermd wonen van circa € 2.8 miljoen. Dit komt doordat er meer cliënten in zorg zijn door de wettelijke taak van zorg voor 26 GGZ-B coulancegroep cliënten, 6 spoedplaatsingen, cliënten die vanuit een PGB-budget overstappen naar zorg in natura en door het uitbreiden van plekken om de wachtlijsten terug te dringen. Daarnaast zien we een verzwaring van zorg, waar in 2017 de gemiddelde indicatie nog circa € 39.000 kostte, is dat in 2018 gestegen naar ruim € 42.000. Ook het percentage cliënten in de dure vormen van zorg neemt toe. Daarnaast is een deel van de integratieuitkering Beschermd wonen incidenteel ter dekking van ambulante begeleiding Jeugd en Wmo ingezet. Dit in de verwachting dat deze budgettaire ruimte beschikbaar zou zijn in 2018. Door eerder genoemde ontwikkelingen is deze verwachting niet uitgekomen, waardoor nu een nadeel ontstaat binnen Beschermd wonen. Vanaf 2019 zal dit tekort zichtbaar worden bij specialistische zorg en ondersteuning.
Tegenover dit nadeel staat een voordeel van € 2,6 miljoen aan taakmutaties. Deze taakmutaties bestaan uit een herverdeling van middelen voor de "coulancegroep GGZ-B cliënten". Deze cliënten zijn vanaf 01-01-2018 in zorg bij de gemeenten gekomen. Omdat centrumgemeente Amersfoort naar rato veel van deze cliënten heeft, ontvangt Amersfoort ongeveer € 1,5 miljoen extra. Voor groeiruimte is € 367.000 extra ontvangen en voor loon- en prijsontwikkeling een bedrag van € 864.000. Deze gelden (totaal € 2.652.000) staan als baat verantwoord in programma 12 bij de Algemene uitkering.

-2.770

S

02. Het aantal cliënten met een PGB voor Beschermd wonen is tussen 2017 en 2018 gedaald met circa 30 cliënten. Hiermee is het totaal aan afgegeven PGB-budgetten gedaald van bijna € 3,5 mln in 2017 naar ruim € 2,6 mln. Het gemiddelde budget per cliënt is vrijwel gelijk gebleven, maar de verwachte uitnutting over 2018 ligt met 98% hoger dan 2017. Hiermee stijgt de gemiddelde besteding per cliënt met circa € 1.300 op jaarbasis. Dit is meer dan we op basis van de prijsstijging zouden verwachten. Bij het opstellen van de begroting zijn we uitgegaan van een verdere daling van het aantal PGB-cliënten. Deze verwachting is uitgekomen, daarmee komen we ten opzichte van de begroting 2018 uit op voordeel van € 277.000.

277

S

03. Doordat er meer kinderen langer onder toezicht staan en er meer onderzoeken gedaan worden naar de thuissituatie van kinderen hebben we op het taakgebied van SAVE een nadeel.

-270

S

04. In het kader van de PGB's beschermd wonen 2015 t/m 2017 hebben we in de zomerrapportage al een voordeel gemeld van € 370.000. Dit voordeel is aan het einde van het jaar nog iets verder opgelopen tot € 402.000.
Daarnaast zijn er aan diverse zorgaanbieders nog nabetalingen gedaan voor geleverde zorg in natura, dit leidt tot een nadeel van € 579.000 in 2018. Per saldo levert de zorg over voorgaande jaren een nadeel op van € 176.000.

-176

I

05. De wijze waarop de eigen bijdragen in de maatschappelijke opvang geïnd worden, is een aantal jaren geleden veranderd. Gemeente Amersfoort int deze eigen bijdrage nu zelf en subsidieert deze door voor uitvoering van de opvang. Tegenover deze inkomsten staat de subsidie naar Stichting Kwintes, per saldo budgettair neutraal (zie volgend punt). Dit voordeel is in de zomerrapportage al gemeld.

132

I

06. De wijze waarop de eigen bijdragen in de maatschappelijke opvang geïnd worden, is een aantal jaren geleden veranderd. Gemeente Amersfoort int deze eigen bijdrage nu zelf en subsidieert deze door voor uitvoering van de opvang. Tegenover deze inkomsten staat de subsidie naar Stichting Kwintes, per saldo budgettair neutraal. Dit nadeel is in de zomerrapportage al gemeld.

-132

I

07. Eigen bijdragen Beschermd wonen
In de zomerrapportage meldden we nog een nadeel te verwachten van € 100.000. Over 2018 zijn echter meer eigen bijdragen beschermd wonen ontvangen doordat er meer cliënten in zorg zijn. Het voordeel dat ontstaat ten opzichte van de raming 2018 bedraagt € 185.000.

185

I

08. Maatschappelijke opvang
Op de centrumgemeentegelden van de maatschappelijke opvang, vallen de kosten in 2018 € 858.000 lager uit, in de zomerrapportage hadden we een voordeel gemeld van ongeveer € 700.000. De lagere lasten ontstaan omdat we voor de tijdelijke extra opvanglocatie in de Amergaard (totaal circa € 715.000) gebruik hebben gemaakt van de Reserve maatschappelijke opvang. Daarnaast is de beveiliging van 'Pitstop' anders vorm gegeven, waardoor er een voordeel ontstaat van circa € 110.000 ten opzichte van de begroting. Een aantal partijen heeft een lagere subsidie aangevraagd dan we op basis van de begrotingsrichtlijnen hadden verwacht.
Wij stellen voor dit bedrag bij de jaarrekening 2018 te storten in de Reserve maatschappelijke opvang, conform bestaand beleid.

858

I

09. Op de Amersfoortse middelen voor opvang, bemoeizorg en verslavingszorg wordt in 2018 € 148.000 overgehouden. De lagere lasten zijn ontstaan doordat de herijking van het preventiebeleid vertraagd is. In 2019 wordt dit verder opgepakt.

148

I

10. Door onder andere de uitvoering van de 'Radarfunctie Veilig Thuis' en de taken behorend bij de 'Wet Meldcode' is er in 2018 een overschrijding op het geheel van de Vrouwenopvang ontstaan van circa € 120.000. Tevens is de subsidietender Veilig Thuis afgerond, voor deze subsidietender heeft Amersfoort de uitvoeringkosten voor de gehele regio voorgeschoten, waarvoor ook gelden terug ontvangen zijn.
Tegenover dit nadeel staan de taakmutaties voor dit onderdeel. Zo is het budget met ruim € 105.000 verlaagd voor de bekostiging van diverse specialistische voorzieningen en voor het landelijke telefoonnummer Veilig Thuis. Daarna zijn wettelijke taken als "Radarfunctie Veilig Thuis en de Wet Meldcode" (ad € 250.000) en  de opvang van slachtoffers van 'huiselijk en eergerelateerd geweld' (ad € 28.000) toegevoegd aan de decentralisatie uitkering. Ook is er geld beschikbaar gesteld voor de projectleider 'Geweld hoort nergens thuis'. Deze gelden (totaal € 202.000) staan als baat verantwoord in programma 12 bij de Algemene Uitkering.

-120

S

11. Subsidietender Veilig thuis
In 2018 is de subsidietender Veilig Thuis 2019 afgerond. De regiogemeenten dragen bij aan de uitvoeringskosten van deze tender. Tegenover deze baten staan extra lasten. Per saldo budgettair neutraal.

100

I

12. Overhevelingsvoorstel projectmiddelen 'Geweld hoort nergens thuis'
In de decembercirculaire hebben alle centrumgemeenten € 25.000 ontvangen voor het projectleiderschap 'Geweld hoort nergens thuis'. Voor de regio Utrecht is, in samenwerking met centrumgemeente Utrecht, het project gestart waarvan de activiteiten in 2019 zullen starten. Wij stellen voor (via een overhevelingsvoorstel) dit bedrag in 2019 voor het aanstellen van de projectleider en uitvoering van het project 'Geweld hoort nergens thuis' beschikbaar te houden.

I

13. Overhevelingsvoorstel Projectleider regionale samenwerking Beschermd wonen en maatschappelijke opvang
Vanaf 2021 worden de middelen voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang niet meer aan de centrumgemeenten toegekend, maar via een heel nieuw verdeelmodel naar alle gemeenten in Nederland verdeeld. Voor het organiseren van nieuwe samenwerkingsverbanden is bij de decembercirculaire 2018 een bedrag toegekend van € 25.000 voor het aanstellen van een projectleider om deze samenwerkingsverbanden vorm te geven. Dit project gaat in Amersfoort in 2019 van start. Wij stellen voor (via een overhevelingsvoorstel) dit bedrag in 2019 voor het aanstellen van de projectleider Regionale samenwerking beschikbaar te houden.

I

5 WERK EN INKOMEN

01. BUIG:
De uitkeringslasten van de BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten: Participatiewet, IOAW, IOAZ en BBZ-starters) zijn lager uitgekomen dan geraamd.  Dit leidt tot een voordeel van € 0,6 miljoen. In de zomerrapportage werd reeds een voordeel van € 0,5 miljoen gemeld. Zie ook het collegebericht nr. 5878289 d.d. 17 oktober 2018.

Bbz:
Door afname van het aantal Bbz'ers (starters) zijn er minder leningen verstrekt, dit levert een voordeel op van € 0,4 miljoen. Tevens zijn de uitkeringen voor levensonderhoud van de gevestigde zelfstandige ondernemers lager dan begroot, voordeel van € 0,3 miljoen.

Individuele inkomenstoeslag:
Door een stijging van het aantal cliënten die van deze regeling gebruik maken, 11 % t.o.v. 2017, zijn de verstrekte uitkeringen € 0,3 miljoen hoger dan in de begroting is opgenomen.

Uitvoeringskosten:
Door minder gebruik te maken van de flexibele schil ( -/- 1,5 fte) zijn de uitvoeringskosten € 0,2 miljoen lager dan verwacht.

1.200

I

02. BUIG: Het door het Rijk voor de BUIG vastgestelde definitief budget is € 526.000 hoger dan in de begroting opgenomen. Belangrijkste oorzaak hiervan is met name de verhoogde instroom van statushouders. Daarnaast is door het Rijk rekening gehouden met de gerealiseerde uitgaven 2017 en de meest actuele inzichten in de conjunctuur. Zie collegebericht nr. 5878289 d.d. 17 oktober 2018.

Bbz: Door de afname van Bbz'ers zijn de kosten, die bij het Rijk gedeclareerd kunnen worden,  € 354.000 lager dan begroot.
Er is voor € 100.000 meer afgelost op de rentedragende en renteloze leningen.

Terugvordering, verhaal en Boete: De baten zijn begroot op € 900.000, hierop werd voor € 774.000 als ontvangsten geboekt. Dit levert een nadeel van €  126.000 op. Tevens zijn oude vorderingen van  dubieuze debiteuren afgeboekt. Hierdoor zijn er waardecorrecties op de voorziening dubieuze debiteuren doorgevoerd. Een nadeel van € 246.000.

-51

I

03. Voor bijzondere bijstand zijn de lasten ca. € 1,4 miljoen hoger dan begroot.
Voor een bedrag van € 462.000 wordt dat veroorzaakt door kosten voor statushouders uit 2017 en 2018.  Hiervoor is een bedrag van € 35.000 ontvangen op programma 12. Voor het restant van € 427.000 wordt voorgesteld dit te onttrekken aan de reserve verhoogde instroom asielzoekers (bestemmingsvoorstel).
De verdere meeruitgaven bedragen ca € 0.9 mln. Voor een (structureel) bedrag van € 540.000 is dat al aangekondigd in het raadsvoorstel "Doorontwikkeling Minimabeleid" (7 nov 2017, 5611062). De verdere kostenstijging wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door sterk toenemende kosten voor bewindvoering, inrichtingskosten en bijdragen in woonkosten.
Voorgesteld wordt om de overschrijding op het saldo van het totale minimabeleid te onttrekken uit de reserve Sociaal Domein.

-1.430

I

04. Tegenover de hogere lasten op de bijzondere bijstand staan extra baten van € 144.000 a.g.v. terugvordering van teveel of ten onterecht verstrekte bijzondere bijstand.

144

I

05. Er is een voordeel van € 111.000 op de collectieve ziektekostenverzekering. Dit als gevolg van een lager aantal deelnemers dan verwacht.

111

I

06. Aan het Sociaal Fonds is een subsidie verstrekt van € 120.000. Aangezien deze subsidie niet vooraf geraamd wordt geeft dat een overschrijding. Dit bedrag komt conform de besluitvorming in het raadsvoorstel middels een bestemmingsvoorstel t.l.v. de reserve sociaal domein waar dit fonds onderdeel van uitmaakt.

-120

I

07. Het maken/organiseren van bereikmaatregelen geeft een voordeel van € 40.000. In 2018 is geïnvesteerd in het platform minimaregelingen dat in het eerste kwartaal van 2019 gelanceerd zal worden. Daarna volgt een publiekscampagne voor onze minimaregeling. In 2019 verwachten we het hele gereserveerde bedrag te besteden.

40

I

08. Sociale participatie voor volwassenen heeft een voordelig saldo van € 100.000. Dit vanwege start van de uitvoering in de 2e helft van het jaar. Eerst is de kledingpas uitgerold.

100

I

09. Voor huiswerkbegeleiding is slechts € 35.000 besteed van de beschikbare € 200.000. Voordeel van € 165.000. De uitvoering van dit project is gestart met het schooljaar 2018-2019, waardoor er slechts 33% van de tijd in een heel jaar beschikbaar was om mensen te bereiken (start was september). Ook kent iedere nieuwe regeling een aanloopperiode om voldoende bekendheid te vergaren.

165

I

10. Door het rijk is, zoals al in de zomerrapportage is gemeld, i.h.k.v. schuldhulpverlening in de meicirculaire € 207.000 extra beschikbaar gesteld voor 2018. Voor de jaren 2019 en 2020 werd € 170.000 in het vooruitzicht gesteld. In de decembercirculaire zijn de bedragen bijgesteld tot resp. € 268.500, € 108.000 en € 170.000. Deze gelden komen als baat binnen op programma 12, algemene uitkering.
Het bedrag uit 2018 (€ 268.500) maakt onderdeel uit van de dekking van het raadsvoorstel “Integrale schuldhulpverlening 2019-2022” (reg nr. 5913749) dat onlangs is vastgesteld. Voorgesteld wordt om, conform dat voorstel, dit bedrag middels een overhevelingsvoorstel in latere jaren beschikbaar te stellen.

I

11. Doorbetaling hogere Integratie Uitkering WSW van het rijk aan RWA. De ontvangst van de hogere baat staat op programma 12 bij de algemene uitkering verantwoord. Per saldo is dit dus budgettair neutraal.

-681

I

12. Het exploitatieresultaat van het RWA over 2017 is positiever uitgevallen dan in de 3e kwartaalrapportage 2017 van het RWA werd verwacht. Dit positievere resultaat vertaalt zich in een lagere gemeentelijke bijdrage dan waar rekening mee is gehouden.

277

I

13. Volgens de 3e kwartaalrapportage 2018 van het RWA komt het exploitatieresultaat 2018 van het RWA beter uit dan in de begroting werd verondersteld. Daardoor valt het aandeel van Amersfoort in dit resultaat € 289.000 mee t.o.v. onze begroting.

289

S

15. Voor de uitvoering van regionale projecten hebben we € 79.000 extra esf-subsidie ontvangen.

79

I

16. De uitvoering van de regionale projecten lopen niet parallel met de ontvangst van de Europese subsidies. Daardoor is er dit jaar € 136.000 minder besteed aan projecten. Deze worden komend jaar uitgevoerd. Aangezien het hier regionale middelen betreft wordt voorgesteld om zowel de hogere subsidieontvangst als de lagere lasten (samen € 215.000) te storten in de nieuw te vormen reserve regionale participatiegelden.

136

I

17. Door het Rijk is t.b.v. de oprichting van een regionaal Werkbedrijf  € 1 miljoen beschikbaar gesteld. Dit bedrag is gefaseerd over de jaren 2016, 2017 en 2018 in onze begroting opgenomen. Het werkbedrijf wordt bestuurd door vakbonden, werkgeversorganisaties en regiogemeenten. De uitgaven van het werkbedrijf wisselen jaarlijks sterk en hebben een doorlooptijd tot 2025.
In 2018 is er daardoor een voordeel van € 558.000 op het regionale werkbedrijf. Voorgesteld wordt om dit bedrag te storten in een nieuw te vormen reserve regionale participatiegelden.

558

I

18. Door de regio is voor € 42.000 aan instrumenten van Amfors ingezet i.v.m. de sluitende aanpak jeugdwerkloosheid. Voorgesteld wordt om dit bedrag te onttrekken aan de reserve Banenplan. Zie verder ook de overhevelings- en bestemmingsvoorstellen.

42

I

19. Onderzoek naar de marktconformiteit van Eemfors m.b.t. onderhoud van de openbare ruimte in Amersfoort heeft aangetoond dat Eemfors € 230.000 duurder is dan marktpartijen zouden zijn bij openbare aanbesteding als gevolg van o.a. van de markt afwijkende Cao’s . Eerder werd rekening gehouden met € 540.000. Hierdoor ontstaat een structureel voordeel van € 310.000.

310

S

20. Op de inzet van trajecten en –trajectbegeleiding heeft zich een voordeel voorgedaan van € 265.000. Dit is met name het gevolg van de aantrekkende arbeidsmarkt waardoor er aanzienlijk minder cliënten gebruik hebben gemaakt van de ‘poortaanpak’. De mensen die hiervan wel gebruik hebben gemaakt zaten korter in een traject.

265

I

21. Een voordeel ad € 108.000 a.g.v. de vrijval van een rijksbijdrage waarvoor de prestaties al in voorgaande jaren geleverd zijn.

108

I

22. In de decembercirculaire heeft het rijk € 149.000 beschikbaar gesteld aan de arbeidsregio Amersfoort om extra baankansen te creëren voor kwetsbare jongeren uit het voortgezet speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs. Op programma 12 algemene uitkering is de uitkering ontvangen en verantwoord. In 2019 zal in overleg met de regio en de betrokken onderwijsinstellingen bepaald worden hoe en wanneer deze middelen ingezet worden. Aangezien het ook hier regionale middelen betreft wordt voorgesteld dit bedrag te storten in de nieuw te vormen reserve regionale participatiegelden.

I

23. Dienstverlening en inzet re-integratietrajecten t.b.v. derden. Tegenover deze hogere last staat een gelijke hogere opbrengst.

-50

I

24. Vergoeding voor dienstverlening en inzet re-integratietrajecten t.b.v. derden.

50

I

25. Mutaties in de formatie leiden tot afwijkingen op de personele  lasten.

-151

I

26. Extra inkomsten door inzet van Sociale recherche in de regio ( € 89.000) en inzet  Regiocoördinator  Project Screening vergunninghouders € 19.000.

108

I

9 TOEVOEGING / ONTTREKKING AAN RESERVE

01. Een onttrekking aan de reserve Sociaal Domein voor de Motie "Borgen wat goed is" van € 125.000 heeft niet plaats hoeven vinden, aangezien dit bedrag ook was opgenomen in de besteding van het overschot Sociaal Domein 2015 innovatieve projecten.

-125

I

Totaal 04 SOCIAAL DOMEIN

-9.705

633