Jaarstukken 2018

02 VEILIGHEID EN HANDHAVING

Indicatoren

Indicatoren

2.1.a

% inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

25

21

Bron:

Stadspeiling, O&S

Toelichting:

Het betreft het % inwoners (18-84 jaar) dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt. Cijfers zijn gebaseerd op de vraag: ‘Voelt u zich wel eens onveilig in uw eigen buurt?’ Dit is het percentage ‘ja’ op het totaal van de antwoorden ‘ja’ en ‘nee’. Het betreft hier een cijfer gebaseerd op een steekproef. De afname in 2017 is statistisch significant. Het cijfer wordt een keer per twee jaar in de oneven jaren gemeten. Vandaar dat een streefcijfer voor 2018 ontbreekt.                                    
Voor meer informatie, zie de monitor leefbaarheid en veiligheid 2017  of de Wijkatlas.

2.1.b

% inwoners dat vaak overlast ervaart van groepen jongeren

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

9,2

9,2

Bron:

Stadspeiling, O&S

Toelichting:

Het betreft het % inwoners (18-84 jaar) dat vaak overlast ervaart van groepen jongeren in de eigen buurt. Dit is het percentage ‘vaak’ op het totaal van de antwoorden ‘vaak’, ‘soms’, ‘(bijna) nooit’ en ‘weet niet/geen mening’. Het betreft hier een cijfer gebaseerd op een steekproef. Het cijfer wordt een keer per twee jaar in de Stadspeiliing gemeten in de oneven jaren. Vandaar dat een streefcijfer voor 2018 ontbreekt.                                    

2.1.c

Schaalscore sociale overlast

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

1,8

1,8

Bron:

Stadspeiling, O&S

Toelichting:

Het kengetal is berekend op basis van de mate waarin volgens bewoners in hun buurt sprake is van: mensen die op straat worden lastig gevallen, overlast door omwonenden, overlast door (groepen) jongeren, dronken mensen op straat, drugsoverlast, zwervers/daklozen en geluidsoverlast anders dan door verkeer. De score varieert van 0 (komt niet voor) tot 10 (komt vaak voor). Het betreft hier een cijfer gebaseerd op een steekproef. Wordt in 2019 opnieuw gemeten. Het cijfer wordt een keer per twee jaar in de Stadspeiliing gemeten in de oneven jaren. Vandaar dat een streefcijfer voor 2018 ontbreekt.
Voor meer informatie, zie monitor leefbaarheid en veiligheid 2017 of de Wijkatlas.

2.1.d

Deelnemers Burgernet

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

14000

15124

15660

16266

16411

17000

Bron:

Amersfoort

Toelichting:

De cijfers hebben betrekking op het eind van het betreffende jaar. Hoewel het aantal deelnemers aan Burgernet in 2018 is gestegen, is de streefwaarde van 17.000 niet gehaald. Deze ontwikkeling is niet vreemd. Na de fikse groei in de eerste jaren vlakt de groei wat af. Daarnaast neemt de populariteit van de Burgernetapp (niet opgenomen in de cijfers) toe.                                        

2.1.e

Totaal misdrijven

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

9237

8778

8334

7483

7347

7850

Bron:

Politie, BVH

Toelichting:

Het betreft hier de door de politie geregistreerde misdrijven (aangiften plus eigen registraties).  De cijfers van de politie hebben betrekking op het betreffende jaar. De relatieve cijfers zijn afgezet tegen de bevolking per 1 januari.                                       

2.1.g

Totaal veel voorkomende criminaliteit

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2820

2762

2652

2090

1988

2600

Bron:

Politie, BHV

Toelichting:

Het betreft hier de door de politie geregistreerde misdrijven van fietsdiefstal, autokraak en vernielingen (aangiften plus eigen registraties). De cijfers van de politie hebben betrekking op het betreffende jaar.

2.1.h

Totaal woninginbraken [aantal]

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

823

620

560

512

618

550

Bron:

Politie, BHV

Toelichting:

Het betreft hier de door de politie geregistreerde woninginbraken inclusief poging (aangiften plus eigen registraties). De cijfers van de politie hebben betrekking op het betreffende jaar.

2.1.i

Totaal woninginbraken per 1.000 inwoners

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

5,5

4,1

3,6

3,3

4

3,5

Bron:

Politie, BVH

Toelichting:

Het betreft hier de door de politie geregistreerde woninginbraken (geslaagd + poging). De cijfers van de politie hebben betrekking op het betreffende jaar. De relatieve cijfers zijn afgezet tegen de bevolking per 1 januari.                                    

2.1.j

Woninginbraak: % poging

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

39

37

43

48

39

47

Bron:

Politie, BHV

Toelichting:

Het betreft hier het totaal van geregistreerde woninginbraken, waarbij er sporen van braak zijn, maar niets is gestolen.                                     

2.1.k

Woninginbraak: % voltooid

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

61

63

57

52

61

53

Bron:

Politie, BHV

Toelichting:

Het betreft hier het totaal van geregistreerde woninginbraken (inbraak of insluiping), waarbij ook iets is gestolen.                                     

Verplichte indicatoren

Naast de indicatoren die door de gemeente zelf per programma zijn opgenomen, zijn er indicatoren die vanuit het rijk (Besluit Begroting en Verantwoording) verplicht dienen te worden opgenomen in de Begroting. Er zijn geen streefcijfers voor benoemd. Zie ook www.waarstaatjegemeente.nl.

Realisatie cijfers

Indicator

2014

2015

2016

2017

2018

Bron

2.1.f

Totaal van misdrijven per 1.000 inwoners

61,2

57,6

54,3

48,5

47,3

Politie, BVH

2.1.l

Totaal geweldsmisdrijven per 1000 inwoners

6

5,4

4,9

4,7

4,4

politie, BHV

2.1.n

Winkeldiefstallen per 1000 inwoners

2,8

2,3

2,7

3

3,3

Politie BHV

2.1.o

Verwijzingen Halt per 10.000 jongeren van 12 t/m 17 jaar

128

139

142

105

Bureau Halt

Toelichting verplichte indicatoren

2.1.f

Het betreft hier de door de politie geregistreerde misdrijven (aangiften plus eigen registraties). De cijfers van de politie hebben betrekking op het betreffende jaar. De relatieve cijfers zijn afgezet tegen de bevolking per 1 januari. NB de cijfers zijn gebaseerd op registraties van de politie in Amersfoort. Deze zijn actueler en wijken om onduidelijke redenen iets af van de cijfers op www.waarstaatjegemeente.nl.                                 

2.1.l

Het aantal geregistreerde geweldsmisdrijven. Voorbeelden zijn seksuele misdrijven, moord en doodslag, bedreiging en mishandeling.
NB de cijfers zijn gebaseerd op registraties van de politie in Amersfoort. Deze zijn actueler en wijken om onduidelijke redenen iets af van de cijfers op www.waarstaatjegemeente.nl.                                    

2.1.n

NB de cijfers zijn gebaseerd op registraties van de politie in Amersfoort. Deze zijn actueler en wijken om onduidelijke redenen iets af van de cijfers op www.waarstaatjegemeente.nl.

2.1.o

Jongeren van 12 tot 18 jaar die een licht strafbaar vergrijp plegen, worden door de politie of leerplichtambtenaren naar Halt verwezen voor een passende Halt-straf. Zij krijgen leeropdrachten en er volgen gesprekken met de jongere en de ouders. Op deze manier kunnen jongeren rechtzetten wat zij fout hebben gedaan, zonder dat zij in aanraking komen met het Openbaar Ministerie.
Het cijfer zegt niet alles over jeugdoverlast. Het zegt ook hoe actief en succesvol de politie is met opsporen van verdachten. Bovendien komt een deel van de delictplegende jongeren voor de rechter.
Amersfoort telt relatief weinig Haltverwijzingen in vergelijking met de steden van 100-300 duizend inwoners, die in 2017 150 Haltjongeren telde per 10.000 jongeren.