Jaarstukken 2018

04 SOCIAAL DOMEIN

Indicatoren

Indicatoren

4.5.a

Aantal uitkeringen bijstand

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2900

3025

3140

3137

3060

3275

Bron:

Sociale Zekerheid

Toelichting:

Het betreft hier uitkeringen levensonderhoud volgens de Participatiewet (vóór 2015 de Wet Werk en Bijstand). Naast het aantal genoemde uitkeringen  zijn er ook nog bijzondere bijstandsuitkeringen aan o.a. daklozen, cliënten in een inrichting of blijf-van-mijn-lijfhuis en 50+ers met een IOAW-uitkering en BBZ-uitkering. De totale groep inwoners die afhankelijk is van een bijstandsuitkering ligt circa 600 hoger. Deze overige groepen zijn gestegen in 2018, met name de groepen IOAW en personen in een instelling zijn in 2018 gestegen (beide met circa 20). Aantallen zijn afgerond en de jaarcijfers gelden per ultimo van dat jaar.
We zien in 2018 op basis van voorlopige cijfers een afname van het aantal huishoudens met een uitkering op grond van de Participatiewet. De groep inwoners die we ondersteunen met een bijstandsuitkering vanuit de participatiewet is de afgelopen jaren aan het veranderen. Door de afbouw van andere regelingen zoals de WSW en de Wajong komen er verhoudingsgewijs meer inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt in de bijstandspopulatie.  Enerzijds zien we dus een toegenomen problematiek bij de groep inwoners die bijstandsafahankelijk is, anderzijds zien we door o.a. economisch herstel minder inwoners een beroep doen op deze regeling. Per saldo zagen we een daling van circa 2.5% t.o.v. de eerder vermelde stand van 1 januari 2018.

4.5.b

Ontwikkeling bestand t.o.v. landelijke lijn

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

4

1

-1

1

1

0

Bron:

CBS www.waarstaatjegemeente.nl

Toelichting:

De afwijking qua bestandontwikkeling t.o.v. de landelijk trend is in Amersfoort 1%-punt. Dat betekent dat de bijstand in Amersfoort minder hard is gedaald dan landelijk. Dit is logisch omdat Amersfoort een lage bijstandsdichtheid heeft. In Amersfoort heeft namelijk 5.1% van de huishoudens een bijstandsuitkering tegenover 6.2% bij andere grote gemeenten (zie www.waarstaatjegemeente.nl).  Dit betekent dat de instroom van nieuwe doelgroepen procentueel meer impact heeft dan bij andere grote gemeenten. De lage bijstandsdichtheid betekent ook dat Amersfoort minder voordeel (en nadeel) heeft van economische ontwikkelingen dan landelijk omdat veel klanten een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben en niet direkt profiteren van economische mogelijkheden.
De cijfers gelden per ultimo van dat jaar. We kijken hierbij naar het aantal huishoudens in Amersfoort en bij andere grote gemeenten als % van alle huishoudens zoals gepubliceerd op www.waarstaatjegemeente.nl.  

4.5.c

Instroom in de uitkering

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

900

925

850

800

700

900

Bron:

Sociale Zekerheid

Toelichting:

Het betreft aantal uitkeringen aan volwassen personen dat is ingestroomd in een bijstandsuitkering. De jaarcijfers gelden per ultimo van dat jaar.
We zagen in 2018 een afname van de instroom.  

4.5.d

% cliënten die langer dan een jaar een uitkering hebben en stijgen op de re-integratieladder

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

22

17

31

16

20

Bron:

Sociale Zekerheid

Toelichting:

Alle cliënten in de participatiewet worden ingedeeld op de re-integratieladder bestaande uit negen treden. Met de beweging op de ladder laten we zien in welke mate cliënten die tenminste een jaar een uitkering hebben in een jaar de afstand tot de arbeidsmarkt hebben kunnen verkleinen. De zeer succesvolle klanten stromen al binnen een jaar uit naar werk en worden in dit cijfer dus niet meegenomen.
We streven ernaar om alle cliënten optimaal mee te laten doen. In 2018 zagen we dat van de groep klanten die langer dan een jaar in beeld waren 16% een stap dichterbij de arbeidsmarkt is komen te staan. Circa de helft van de cliënten volgt een re-integratie traject om met meer vaardigheden de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. De groep die geen traject volgt heeft de maximaal haalbare vorm van participatie bereikt of kan (tijdelijk) niet deelnemen. Steeds meer cliënten hebben meer tijd nodig of hebben de maximale haalbare participatie reeds behaald. De klanten met weinig afstand komen niet in dit cijfer terug omdat zij meestal binnen een jaar weer zijn uitgestroomd.

4.5.e

% voorkomen uitkeringen door preventie t.o.v. de instroom

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

36

47

51

36

25

35

Bron:

Sociale Zekerheid

Toelichting:

Iedereen die kan werken gaat werken en wordt dus nog voor toekenning van de uitkering aan het werk geholpen. Kansrijke cliënten hebben bij een aantrekkende economie geen ondersteuning nodig en melden zich niet meer,  omdat ze geen uitkering meer nodig hebben.  De groep die zich wel meldt heeft een grote afstand tot de arbeidsmarkt. We zien hierdoor een daling van het aandeel voorkomen uitkeringen.
De jaarcijfers gelden per ultimo van dat jaar. Het aandeel voorkomen uitkeringen bestaat uit de uitkeringen die met de aanpak aan de poort worden voorkomen, het gaat daarbij om het voortijdig vinden van werk en handhaving aan de poort. Het betreft het verschil tussen de aanvragen en de toekenningen.

4.5.f

% uitstroom naar werk

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

37

39

41

46

47

40

Bron:

Werk en Inkomen

Toelichting:

Regulier werk is indien mogelijk altijd het streven om daarmee bijstandsafhankelijk te beëindigen. In 2018 ging 40% van de uitstroom naar regulier het werk en 7% is uitgestroomd naar werk als zelfstandige. Daarnaast is ook nog 5% naar het onderwijs gegaan met studiefinanciering.
De jaarcijfers gelden per ultimo van dat jaar.

4.5.g

Aantal aanvragen schuldhulpverlening

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

1429

1383

1348

1025

892

1350

Bron:

Stadsring 51

Toelichting:

Het aantrekken van de conjunctuur en de inzet op preventie hebben een positief effect gehad wat we zien in een verlaging van het aantal aanvragen schuldhulpverlening.  We zien door de verschuiving naar preventie bij het Geldloket een toename van 25% van het aantal hulpvragen. In zijn totaliteit is het aantal aanmeldingen bij Stadsring51 een kleine 100 toegenomen tot ruim 1900 aanmeldingen.

4.5.h

Schuldregeling succesvol afgerond

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

68

72

83

88

88

75

Bron:

Stadsring 51

Toelichting:

Van de opgestarte schuldregelingen wordt in 88% van de gevallen een zogenaamde ‘schone lei’ gerealiseerd. De positieve lijn van de afgelopen jaren zien we ook in 2018.

4.5.i

Gerealiseerde garantiebanen in het kader van het Sociaal Akkoord

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

37

237

44

81

89

97

Bron:

Werk en Inkomen

Toelichting:

De Banenafspraak in het kader van het Sociaal akkoord is een afspraak tussen werkgevers- , werknemersorganisaties en het Rijk om extra banen voor mensen met een beperking te realiseren. De landelijke afspraak is vertaald naar de regio. Binnen de regio Amersfoort hanteren we voor Amersfoort een aandeel van 50% van de regionale doelstelling. Het realisatiecijfer betreft de groei op basis van de voorlopige stand t/m het derde kwartaal 2018.  Het cijfer van 2017 na drie kwartalen was 81. Inmiddels weten we dat dit er in Amersfoort 107 zijngeworden. Ook de realisatie in 2018 zal nog verder groeien. Het realisatiecijfer van 2018 is de stand tot en met Q3 2018. De verwachting is dat de taakstelling voor 2018, 97 nieuwe garantiebanen banen, ruimschoots gerealiseerd zal worden. Ten opzichte van de nulmeting in 2012 zijn er regionaal al ruim 1030 extra banen gerealiseerd. De meerjarige taakstelling is daarmee ook voor komend jaar al gerealiseerd (meerjarige regionale taakstelling bedraagt 1013 extra banen in 2019).   

-  In Amersfoort hebben we in 2015 net als landelijk de detacheringen vanuit de WSW bij de gerealiseerde garantiebanen ondergebracht. Hierdoor lijkt het alsof er in 2015 meer banen zijn gerealiseerd. Feitelijk is het een administratieve wijziging t.o.v. de andere jaren.  
- Er zijn overigens meer banen ontstaan dan in de indicator vermeld staan; het totaal aantal banen is namelijk het resultaat van aantal gecreëerde banen minus het aantal verdwenen banen. Dat betekent dat er  meer banen gecreëerd zijn dan het jaarlijkse realisatiecijfer weergeeft, omdat ook de verdwenen banen gecompenseerd moeten worden. De regionale inspanning onder werkgevers is daarmee dus groter dan het realisatiecijfer laat zien.

4.5.j

Personen met een bijstandsuitkering per 1000 inwoners

Realisatie cijfers

Streefcijfers

2014

2015

2016

2017

2018

2018

38

39

39

39

39

Bron:

CBS - Particpatiewet

Toelichting:

Het betreft het aantal personen met een bijstandsuitkering per 1.000 inwoners van 18 jaar en ouder. De bijstandsdichtheid is in Amersfoort in vergelijking met grote gemeenten van 100.000- 300.000 laag.  Bij de andere grote gemeenten is deze namelijk 48 personen per 1.000 inwoners.
Het betreft een indicator die vanuit het rijk (Besluit Begroting en Verantwoording) verplicht dient te worden opgenomen in de Begroting. Zie ook www.waarstaatjegemeente.nl.

Verplichte indicatoren

Naast de indicatoren die door de gemeente zelf per programma zijn opgenomen, zijn er indicatoren die vanuit het rijk (Besluit Begroting en Verantwoording) verplicht dienen te worden opgenomen in de Begroting en Jaarrekening. Er zijn geen streefcijfers voor benoemd. Zie ook www.waarstaatjegemeente.nl.

Realisatie cijfers

Indicator

2014

2015

2016

2017

2018

Bron

4.5.k

% werkloze jongeren

1,73

Verwey Jonker Instituut

4.5.l

Netto arbeidsparticipatiegraad

69,1

69,1

70,1

70,6

CBS - Arbeidsdeelname

4.5.m

Aantal lopende re-integratievoorzieningen per 1000 inwoners

45

49,6

39,9

CBS - Participatiewet

4.5.n

Aandeel kinderen in uitkeringsgezinnen

5,14

Verwey Jonker Instituut

Toelichting verplichte indicatoren

4.5.k

% werkloze jongeren in de leeftijd van 16-22 jaar op basis van Verwey Jonker Instituut. Bij grote gemeenten was het realisatiecijfer in 2015 ook 1.73%. Er is geen actueel cijfer gepubliceerd op www.waarstaatjegemeente.nl.
Het cijfer zegt overigens weinig, omdat ze gebaseerd zijn op WW-registraties bij het UWV. De meeste werkloze jongeren hebben geen recht op een WW-uitkering en staan daardoor niet geregistreerd.
We streven naar een sluitende aanpak voor jongeren van 16-27 waarbij we werkloosheid onder jeugd willen beperken.  
Er is nog geen actueel cijfer op deze site geplaatst. Op basis van UWV gegevens weten we echter wel dat het aantal jongeren dat de WW instroomt fors is gedaald met 20%.         

4.5.l

Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de potentiële beroepsbevolking. In Amersfoort streven we om iedereen (naar vermogen) te laten deelnemen op de arbeidsmarkt. De arbeidsparticipatie in Amersfoort is hoog doordat er veel tweeverdieners zijn. Bij andere grote gemeenten is dit aandeel namelijk 66.7%. Er is nog geen cijfer over 2018 bekend bij het CBS/www.waarstaatjegemeente.nl.

4.5.m

Het CBS telt hiervoor het aantal re-integratievoorzieningen per 1000 inwoners in de leeftijd 15-64 jaar over een halfjaar. Dit cijfer is niet vergelijkbaar met het cijfer van andere gemeenten omdat de wijze van registreren verschillend is. Tijdens een traject worden vaak meerdere activiteiten ingezet. Deze activiteiten registreren we in Amersfoort als aparte voorzieningen. Bij veel andere gemeenten wordt het traject vaak als een voorziening geteld.  
Het streven is om iedereen naar vermogen te laten deelnemen. Hiervoor krijgen circa 1700 personen ondersteuning middels re-integratie.

4.5.n

Het percentage kinderen tot 18 jaar dat in een gezin leeft dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen was volgens Verwey Jonker in Amersfoort in 2015 5.14% tegenover 7.86% bij grote gemeenten (100.000-300.000 inwoners). De inzet van de Gemeente Amersfoort is gericht  op participatie van kinderen in armoede.  Er is nog geen cijfer van 2016/2017/2018 gepubliceerd.